in de teloorgang van verval is een bouwval voltooid
hier plaats ik mijn huis in een stad die niet af is.

voor even had ik een houvast: ik zag iets
in die ogen. een vlammend besef, kapot geknarst glazuur,
een oeverloos schudden van gebalde vuisten
keurig verborgen in diepe zakken.
straks komt Jos nog werd stilletjes gefluisterd
dan gaan we wat beleven op zijn minst.

slechtvalken zijn goed ondanks hun naam
maar in de schaduw van hun tijd ziet niemand
ooit de pracht. nee, niemand ziet de pracht.
Jos had ballen, Jos had pit
wars van hokjes en vakjesvullend vermogen.
wijken bleken ook maar namen als hij riep.
zijn stem werd gedragen
door de snelheid van een slechtvalk.
ver voorbij de muren, de daken, de straten
de beklemming van een opgeplakt zelfbeeld
plantte Jos zijn zaadje in woelige grond.

de tuin van de buurt
verbindt wortels van de stad:
i love de buurttuin.