Wat zegt het
dat de poppenspeler een masker draagt
hij zo spieren traint die misschien nodig zijn?
dat hij zijn sociale status verborgen wil houden
verdorven argwaan de touwtjes bespeelt
die ruw uit zijn handen zijn gerukt?
dat de kluwen voor hem ligt
halve waarheden angst spreken:
gebroken wit
streng touw omwikkelt het
wiggen scheiden denkbeelden van
kenmerkende reflectie twijgt om een
vluchtig wattende wolken spoelen tegen
verticaal buigen paarse moesson luchten in.

Wat zegt het
dat hij – als grijze gedachten dansen
op de woorden van zijn verhaal
twijfels tussen regels vloeit
regens tegen waarheid schurken
doorweekt besef overheerst – niet weet
wie hij nog geloven kan?
nog geloven mag?
geloven zal?

Wat zegt het
dat iemand de poppenspeler zou kunnen vragen
hoe het nou precies met hem gaat
dat een kind hem verlangend kan gebieden:
‘hey poppenspeler, hoe dan?’
dat hij gewoonlijk gevoelens zou spuien –
moe jeukerig onder de voet
gelopen strijdvaardig verlies incasserend –
maar nu apathisch gedachten int?
dat hij zijn masker recht en blikken priemt
doordringend in de borstkast van
een aan de hand zijnde zinloosheid?
Wat zegt het?

Noot: Foto is genomen in Galerie Van Dam tijdens de expositie van Jos Laven en Hans Keuls. Met name de kunstwerken op de foto hebben als inspiratie gediend voor diverse impressies die in het gedicht zijn verwerkt.