Foto: Eugene van Loo

Zacht duister plant zich voort langs de richel
van obscuriteit en voedt de twijfel
die mijn oor verlamt;
de verte klinkt als een nocturne.
’s Nachts laat ik de tanden zwemmen;
urnen van luisterrijke elegie.
Watertrappelend
kapen ze de vlam.
Telkens weer bij het uitlaten
van mijn zilvervisje kruipt verlangen
stilletjes vooruit over de schittering
van de maanweg.
De puin voorspelt het gebrek.
Nog even en ook ik
schakel niet meer door.
Toerentallen maken hoeken blind.

Het randland beweegt
en dirigeert hoge noden over
de lichtparabool naar beneden.
Er weerkaatst zuurstofslangetjesmuziek.
Brandgevaar neemt toe.
Ik vertolk liever het doven
van het vuur, de vlam of het wakkeren.
De uitbeelding van een koortsachtige passie
vindt niet meer plaats in het decor
achter mijn gesloten oogleden;
de lantaarn laat mijn illusies
zachtjes verder smeulen.

De route wordt gewijzigd.
De muur is verknipt.
Behangbanen zijn uitstekend
als het licht
dat lucifer lijmt.
Morgen zien we wel verder.

Originele foto van Eugene