voor neimed

er zitten allemaal
volgevreten vogels op de urbanabakken
te klagen; ze zien gevulde etalages.

winkeliers fluiten door het vogelgezang
heen. nieuwe uithangborden
waar nesten horen.
de mens is een ekster

gericht naar glinstering
en potentie en in het gewone.

er moeten nieuwe eieren uitkomen
voor balans. het vogelzaad niet langer slikken
maar uitspugen en planten voor graan in het centrum.
graan achter de winkelruiten. graan!

na urban komt ruraal!
met teruglopende leegstand
kunnen we nooit richtig
krimpgroeien ouwieë.