het plafond brokkelt
al jaren
weldra is daar de lucht
hoger dan m’n lome leven
ik vind er iets weidser
gewichtiger dan hier, luidkeels
slaat een poort open, daarachter
roept nieuw leven als hongerige kuikens
een decor vouwt uit waarin ik klop
waarin ik ontschamen kan
maar geamputeerd klink ik niettemin
er groeit een stad in mijn onderbuik
een betonnen foetus die mijn stem gebruikt
mij laat bazelen met grauw verstand
weet dat het mij bedwingt en op momenten verrijkt
maar neem het nooit als de spil van mijn wording
(ik zou het wegwuiven als amateurpsychologie
ik zou je zeggen dat de foetus op mijn order zwijgt)
ontschaam me liever, schud af
het slijk dat mij bevuilt
mag ik meer zijn dan een klomp klei
meer dan het toeval van wie
of wat mij heeft gekneed
(en opmerkelijker ook
graag opmerkelijker dan dat)